Groot Hertogdom Luxemburg 4 tot 6 september 2024

Verslag voor medereizigers en thuisblijvers door Patrick, foto's Mieke en Luc.

 

Zo’n betiteling maakt indruk en het ligt dichtbij. Ze spreken er wel Frans, maar ook Duits. Onderling praten ze Luxemburgs, even exotisch als het Baskisch of het Fries en andere… Het is er niet plat en mooi zoals het weer, althans in onze verre vakantieherinneringen.

Waarom eens niet teruggaan of weer teruggaan, je krijgt er maar niet genoeg van. Daarom vertrekken we zo vroeg als mogelijk, zalig.

Naast het zwart bij start en aankomst was groen en grijs de grondkleur van onze reis. Maar als uitverkoren toeristen hielden we het terug droog voor ons. Hoe doen we het?

Een dommelrit naar ons ontbijt werd het niet helemaal. Reisleider Dirk moest de groep niet wakker maken om zichzelf en de chauffeur Edgar voor te stellen. Goeie start dus met verheugende vaststelling dat twee nieuwe mensen opstapten.

Na het uitstappen op de parking van Lycée Classique in Echternach was er een korte wandeling. Een wandeling met een  steile helling over kasseistenen naar de St Peter en St Paul parochiekerk. We waren gewaarschuwd. Maar het beklimmen waard, als je de moderne brandglasramen van Franz Gillen van binnenuit wilt zien. We vervolgden onze weg naar het restaurant Le petit poète op Place du Marché waar onze eerste stevige maaltijd werd voorgeschoteld. De Luxemburgers houden van kloeke burgers. Het was lekker en verzorgd en iedereen was content, zelfs te content. Het mocht iets minder zijn.

De obligate groepsfoto werd meteen ingeblikt voor het gebouw met de vijf zuilen om daarna verder te wandelen. Echternach heeft alle karakteristieken van een kleine provinciestad.

Het is er kneuterig en de uniformiteit door de crepiefacades is verrassend voor architectuur -en urbanisatiecowboys als wij. Alleen de vestingmuur, wat overheid -en religieuze gebouwen in natuursteen zijn uitzondering. Het pleziert en nodigt uit tot flaneren.

In dit walhalla van wandelingen beperkten we ons tot een buswandeltocht door klein Zwitserland,. Niet helemaal want er waren stops voorzien in het programma. De stop van twintig minuten bij de rots de Predikstoel was voldoende om in een pseudo avontuurlijke klimpartij de hardheid van die rots te voelen, amaai mijn rug, om niets te zien.

Brigitte gekleed in hagelwit modieus stadsensemble met bijpassende witte moccasins en wit chacoske aan de arm bleef volledig intact. A walk in the parc voor haar.

Het amfitheater hebben we stommelings gemist maar de waterval Schlessentumpel hebben we toch gezien na een meer bedachtzame wandeling langs de oever van de rivier de Zwarte Ernz. Het bezoek aan het kasteel van Beaufort beperkte zich dan tot een Aziatische fotoshoot. Je kan nog altijd eens terug terugkomen.

En dan het hotel. Gebouwd langs de hoofdweg van het dorp, in de strakke jaren 60 stijl met bijhorende tuin. Het was zowat thuiskomen. Een barman in zwarte gilet op een wit hemd en met zwarte strik, in een bar vol bling, bling. Ja, dat is een take uit een klassieke film. Dit werd extra bevestigd door de zwarte telefoon met draaischijf opgehangen tegen de muur op elk verdiep. Je wist  meteen dat de kamerinrichting best oubollig zou zijn. Of toch niet ? Een moderne en ruime inloopdouche met (regen)sproeier en een nis met zitbank, verraste ons dan wel. Een buitenbeentje tussen de rest. Sorry Rudy, maar wij zitten hier voor niets tussen. Verheugend was  de appreciatie van meerdere reisvrienden -en vriendinnen voor het zwembad. Ja, we vonden er wel onze draai.

De hoofdmoot was natuurlijk Luxemburg stad. Met 100 000 inwoners, een hoofdstad in pocketformaat zou je kunnen zeggen, maar toch voldoende groot om te verdwalen. Met gpsapps is dat natuurlijk geen probleem meer.

Luxemburg, ook de stad, is niet alleen mooi, het is er ook proper. Als je in de stad wandelt heb je het gevoel van ruimte. Dat wordt gecreëerd  door de hoogteverschillen en het vele groen in de stad. In de bovenstad heb je de panoramische zichten en in de benedenstad kronkelt een groene slang van bomen en struiken langs een water. Het historisch centrum dat de toeristen lokt is niet zo druk. Er zijn brede lanen, maar niet over druk. De ratrace van andere hoofdsteden is hier niet merkbaar. Straatanimatie, bedelaars, loeiende politiesirenes zijn sporadisch merkbaar. Allemaal leuk, maar niet goedkoop hebben we ondervonden.

De kathedraal De Notre Dame is gebouwd in twee verschillende tijdsperioden en heeft daardoor een meer originele vorm. De vorm van een Latijns kruis geeft binnenin een verrassende indruk. In zijn geheel vloekt het barokke gedeelte van de kerk niet met de aanbouw uit de 20ste eeuw. Een mooi voorbeeld van harmonie.

In Echternach hebben we geflaneerd, hier hebben we gekuierd langs de vele smalle straatjes en pleintjes om te eindigen aan de kazematten, het uithangbord van toeristisch Luxemburg.

Naast het vele positieve dat we over Luxemburg al hebben opgesomd, moeten we toch opmerken dat minder mobiele mensen het hier niet gemakkelijk hebben. Ook de kazematten vragen aandacht en inspanning bij het stappen. Het is wel interessant om te bezichtigen en te genieten van de zichten over de stad. Kazematten zijn militair van belang en veelal van strategische waarde. Dat verklaart waarom alle omliggende naties van Luxemburg die kazematten wilden bezetten. Ze zijn nooit een oord van plezier geweest.

Is het door die vele bezettingen dat Luxemburgers vlot zijn in de omgang met buitenlanders?
Dirk vond de uitleg van de vrouwelijke gids maar ondermaats, tsja…

Na een dan toch sobere maaltijd op de Place d’Armes en vrij uurtje, reden we naar Hamm om de Amerikaanse militaire begraafplaats te bezoeken. Onder gepolijste hagelwitte kruisen liggen hier 5000 gesneuvelden, vergezeld van hun opperbevelhebber Georges S. Patton jr.

In strakke lijnen op een gemillimeterde grasmat staan ze opgesteld, zoals het hoort in The Army. Of ze hier liggen in rust en vrede kan je in vraag stellen want elke vijf minuten worden ze gestoord door het helse lawaai van een opstijgend straalvliegtuig. Een schril contrast met de heroïeke teksten op steen die de moed en opoffering prijzen van deze soldaten voor de democratie en dit als onbetaalbaar beschouwen.

Een welgekomen tip voerde  ons naar Sandweiler waar een Duitse militaire begraafplaats is.

Hier zie je geen ranke witte kruisen, maar ruwe beton kleurige kruisen voor 11 000 gesneuvelden, 4 per kruis. Op een grof afgereden grasveld vol onkruid onder bomen.

Vliegtuiggeraas is er minder storend en het geheel geeft een somberder indruk.

Bij de aanblik van de open Amerikaanse begraafplaats in het felle zonlicht denk je aan marsliederen die leiden naar victorie, “The Army Goes Rolling Allong.”

Op de Duitse begraafplaats, denk je aan “Duizenden Soldaten” van Willem Vermandere;

“tis oltied iemands voder,  tis oltied iemands kient”.

Verlies en verdriet voor alle betrokkenen van beide kanten.

Na dit moment van ingetogenheid reden we huiswaarts waar het vijf gangenmenu ons opwachtte na het gezamenlijk aperitief, aangeboden door Liantis. We hadden nog veel werk.

En net zoals op de vorige avond werd de bar erna gevuld met gekwetter en lachsalvo’s die in decibels alleen overtroffen werden door het onweer van die nacht.

Altijd veel vlugger dan verwacht stapten we in voor de terugrit. Hotel Meyer heeft ons voldoende verwend en correct behandeld. Ze spreken er zelfs Nederlands, ook dat kleine donkere Aziatische ding die kwik als zilver de tafels bediende.

 

In de wijnkelders van St Martin worden we opgewacht door een ander buitenlands iemand. Een Portugese jonge dame die in rad Frans de werking van het bedrijf uitlegde, van oogst tot botteling. Weerom moeten we voorzichtig zijn want het is wel plat, maar glad.

Als je in Remich wandelt kan je aan de statige herenhuizen zien dat er hier geld verdient werd, wordt. Rue Neuve, in feite ook een impasse, die je bij de kerk brengt is gevuld met stemmige façades van kleine huizen. Het gaf een meer Frans gevoel bij sommigen, maar de klim is daardoor niet minder heftig. Nogmaals een beproeving voor sommige deelnemers. De beoogde kerk heeft een barokke gevel en zet je hiermee op het verkeerde been. Binnen is van die barok niets meer te zien. Net zoals in de andere kerken is het er afgelikt proper. Opvallend is de kerktoren in natuursteen met schietgaten. In de Romeinse tijd was dit een uitkijktoren. Men heeft de kerk er gewoon tegenaan gebouwd. Kostenbesparing zeker?

Na het eten moesten we aanmonsteren voor de boottocht naar Schengen. We bleven op onze honger zitten voor het zien van kasteelruïnes, anderen misten wat uitleg en Schengen is een plaats van dertien in een dozijn. Het meest opwindende was de pirouette die de boot maakte. Waarom, vroegen ons af? Aan die zandboeren was toch niet veel te zien.

Na het afmonsteren de bus op naar huis. Blijkbaar niet te vroeg want het was plots merkwaardig stil op de bus. De batterijen waren plat en moesten opgeladen worden.

Pas bij het eerste fileleed werd het weer wat rumoerig en bij de boterhamstop werd de zaal weer gevuld met babbels. Na een noodwendig en wat vervroegd afscheid van sommige vrienden was er de laatste rechte lijn naar Brugge. Bij aankomst waren we ander halfuur verwijderd van een vierde reisdag. Het was goed geweest.

 

Groetjes en tot de volgende keer

Mieke en Ginette